Spreuken 26:5

SVAntwoord den zot naar zijn dwaasheid, opdat hij in zijn ogen niet wijs zij.
WLCעֲנֵ֣ה כְ֭סִיל כְּאִוַּלְתֹּ֑ו פֶּן־יִהְיֶ֖ה חָכָ֣ם בְּעֵינָֽיו׃
Trans.‘ănēh ḵəsîl kə’iûalətwō pen-yihəyeh ḥāḵām bə‘ênāyw:

Algemeen

Zie ook: Dwaasheid, Dwazen

Aantekeningen

Antwoord den zot naar zijn dwaasheid, opdat hij in zijn ogen niet wijs zij.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

עֲנֵ֣ה

Antwoord

כְ֭סִיל

den zot

כְּ

-

אִוַּלְתּ֑וֹ

naar zijn dwaasheid

פֶּן־

-

יִהְיֶ֖ה

-

חָכָ֣ם

niet wijs

בְּ

-

עֵינָֽיו

opdat hij in zijn ogen


Antwoord den zot naar zijn dwaasheid, opdat hij in zijn ogen niet wijs zij.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!